Onlangs is het rapport “Gokken met gezondheid” van de Nationaal Rapporteur Verslavingen gepubliceerd. In dit eerste rapport wordt de werking van de online gokmarkt geëvalueerd en wordt er scherpe kritiek geuit op de vergunde kansspelaanbieders en hun naleving van de zorgplicht. De rapporteur uit ook bezorgdheid over een mogelijke toename van het aantal gokverslaafden en probleemgokkers in de toekomst, hoewel dit momenteel nog niet definitief kan worden vastgesteld. Desondanks pleit hij voor drastische maatregelen, zoals het volledig verbieden van alle reclame voor online kansspelen op korte termijn.
Het rapport lijkt echter een cruciaal aspect over het hoofd te zien: de werkelijke reden achter de legalisatie van de gokmarkt. Het rapport houdt geen rekening met het feit dat vóór de regulering al ruim één miljoen Nederlanders regelmatig online gokten bij vaak onzichtbare, illegale aanbieders. Het belangrijkste doel van de wetgeving was om deze groep naar het vergunde aanbod te leiden. Het vergunde aanbod biedt namelijk duidelijk inzicht in het gedrag van gokaanbieders en de deelname van gokkers, waardoor de Kansspelautoriteit streng toezicht kan houden op consumentenbescherming en het voorkomen van gokverslaving.
Het is onterecht dat de voornaamste doelstelling van het Nederlandse kansspelbeleid, namelijk consumentenbescherming via kanalisatie, slechts als een voetnoot in het rapport wordt behandeld. Bovendien is het beeld van een enorme groei in het aantal online gokkende Nederlanders als gevolg van de legalisatie onjuist. Wat wel is gebeurd, is een zeer aanzienlijke verschuiving van deelnemers van illegale kansspelen naar legale kansspelen. De al bestaande online gokkers zijn massaal gekanaliseerd naar het vergunde aanbod, precies zoals was beoogd.
Het rapport lijkt het belang van het beschermen van een relatief kleine groep probleemgokkers boven het beschermen van alle gokkers te plaatsen, met alle risico’s van dien. Nu kanalisatie nauwelijks wordt benadrukt in het advies van de rapporteur, wordt de algehele consumentenbescherming in gevaar gebracht. Consumenten die gokken bij niet-vergunde aanbieders worden namelijk niet waargenomen, niet beschermd en niet ondersteund.
Het eerder genoemde reclameverbod dat de rapporteur voorstelt, zal een negatief effect hebben op de kanalisatie en daarmee op de algehele consumentenbescherming, vooral omdat illegale gokaanbieders ongehinderd online reclame zullen blijven maken. Een beperkte vorm van reclame is noodzakelijk om (nieuwe) consumenten voortdurend te wijzen op de verantwoorde en veilige aanbieders en om de herkenning van het veilige en vergunde aanbod te vergroten.
Het rapport bevat echter ook waardevolle aanbevelingen, zoals het specificeren en uniformeren van de zorgplicht en het verbeteren van de samenwerking tussen de zorgsector, het loket kansspel en de kansspelaanbieders. Deze aanbevelingen verdienen brede steun. Het is echter opmerkelijk dat de rapporteur zelf heeft besloten om niet met de aanbieders te spreken tijdens de totstandkoming van zijn rapport. Dit is een betreurenswaardige keuze, aangezien een dialoog met de aanbieders misvattingen en ongefundeerde aannames had kunnen voorkomen.
Al met al is het rapport op cruciale punten onbruikbaar, onbetrouwbaar en zijn veel van de aanbevelingen voorbarig. Het is te hopen dat toekomstige rapporten wel gehoord zullen worden, gebaseerd op feiten en data in