Van een principiële benadering naar heldere regelgeving: de zorgplicht

Van een principiële benadering naar heldere regelgeving: de zorgplicht

Het belang van de zorgplicht in de wet Kansspelen op afstand (Koa) is al langere tijd onderwerp van discussie. Hoewel de wet in 2012 is opgesteld, is de invulling van de zorgplicht nog altijd niet voldoende uitgewerkt. Dit komt doordat de wet principle based is geschreven, wat betekent dat het een algemeen juridisch kader biedt waar gokaanbieders zich aan moeten houden, maar waarin de invulling van bijvoorbeeld de zorgplicht door de aanbieder zelf moet worden bepaald.

Nu, meer dan tien jaar later en met twee jaar ervaring met de wet Koa, moeten we constateren dat een principle based aanpak niet voldoende duidelijkheid biedt. Zowel gokkers, kansspelaanbieders als toezichthouders hebben behoefte aan een meer vastomlijnd normenkader waar zij zich aan kunnen houden. Een rule based aanpak zou hierbij helpen, waarbij de wetgever precies voorschrijft hoe aanbieders invulling moeten geven aan de zorgplicht en wanneer er sprake is van problematisch gokgedrag.

Een belangrijk onderdeel van de zorgplicht is het voorkomen en vroegtijdig signaleren van problematisch gokgedrag. Vergunde aanbieders nemen verantwoord gokken serieus en nemen direct actie wanneer er sprake is van problematisch gedrag. Het is echter moeilijk om hierop te sturen en te controleren wanneer de invulling van de zorgplicht niet scherp is voorgeschreven.

Het voordeel van een principle based regulering is dat het flexibeler is en langer meegaat, omdat het niet gebonden is aan specifieke situaties die de wetgever kon bedenken. Echter, in het geval van de zorgplicht biedt een principiële benadering onvoldoende duidelijkheid en voorspelbaarheid. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over de grenzen van het toelaatbare.

Om deze redenen pleit ik voor een rule based aanpak binnen de wet, waarin duidelijke en niet-onderhandelbare regels worden opgesteld die de basis vormen van de zorgplicht. Deze regels worden ondersteund door het principe van de zorgplicht, waarbij aanbieders verplicht zijn om binnen heldere grenzen te monitoren en te handelen. Hierdoor worden aanbieders gestimuleerd om proactief te handelen in het belang van de spelers.

Daarnaast ben ik betrokken bij een project om te komen tot een uniform stelsel van markers of harm, waarin wordt vastgelegd wat problematisch spelgedrag is en wanneer er moet worden ingegrepen. Dit zorgt voor meer duidelijkheid en uniformiteit in de sector.

Het debat over de zorgplicht gaat uiteindelijk over verantwoordelijkheid. Online gokaanbieders hebben naast hun wettelijke taken en plichten ook een morele en ethische verantwoordelijkheid om kwetsbare spelers te beschermen en verslavingsrisico’s te minimaliseren. Of deze verantwoordelijkheid nu wordt aangescherpt via strikte regels of brede principes, het is belangrijk dat er een duidelijk en voorspelbaar regelgevend kader is dat de normen en verplichtingen van gokaanbieders vastlegt.

Het is nu aan de wetgever, industrieleiders en belanghebbenden om samen te komen en een model te vinden dat recht doet aan de verschillende belangen, maar vooral aan de consumentenbescherming.