Minister Weerwind werkt aan een scherper kader voor de invulling van de zorgplicht, met name op het gebied van speellimieten. Dit laat hij weten in zijn antwoord op Kamervragen die werden gesteld over influencers die illegale matchfixinggroepen promoten. Volgens de minister toont de casus het belang van legaal kansspelaanbod aan, maar wel met duidelijke kaders.
Op vrijdag hebben minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind en minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz-Zegerius antwoord gegeven op Kamervragen over influencers die reclame maken voor zogenaamde matchfixinggroepen. Op 14 augustus werden er meerdere Kamervragen gesteld door verschillende Kamerleden. Michiel van Nispen (SP), Anne Kuik (CDA), en Mirjam Bikker (ChristenUnie) stelden hun vragen aan minister Weerwind. De andere vragen waren afkomstig van Steven van Weyenberg, Hülya Kat, en Jeanet van der Laan (allen D66). Zij richtten hun vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid.
Van Nispen, Kuik, en Bikker vroegen de minister of hij bekend was met het onderzoek van het AD over ‘de negatieve rol van influencers op de gokverslaving van jongeren’. In zijn antwoord wees Weerwind echter op een onjuiste interpretatie van het artikel, omdat er niet gesproken zou zijn over gokverslaving. “Dit bericht gaat over influencers die hun volgers zouden aanzetten tot strafbare feiten”, legt de minister uit.
Wat betreft gokken op sportweddenschappen, toont deze casus het belang aan van betrouwbaar legaal aanbod in Nederland. De Kamerleden wilden ook weten wat er gedaan kan worden tegen het gokken op (obscure) wedstrijden in het buitenland. Volgens de minister toont de situatie aan waarom het van belang is dat er legaal kansspelaanbod is.
Legale aanbieders mogen niet op iedere competitie in de wereld sportweddenschappen aanbieden en moeten zich houden aan vooraf vastgestelde richtlijnen. Daarnaast moeten de bookmakers aangesloten zijn bij integriteitsorganisaties zoals de International Betting Integrity Association (IBIA). Op die manier werken de aanbieders mee aan de strijd tegen criminaliteit zoals matchfixing.
Weerwind wil ook iets verduidelijken in zijn antwoord. Er is namelijk, voor zover bekend, geen sprake van matchfixing. Beide groepen Kamerleden stelden vragen over het manipuleren van wedstrijden en het promoten van deze criminele handelingen, maar volgens de minister is dat niet aan de orde. Er zou echter wel sprake zijn van oplichting, omdat de jongeren valse informatie kopen in de Telegram-groepen.
De minister ziet dan ook meerwaarde in betere voorlichting om online oplichting te voorkomen. Hij kondigt aan dat de Rijksoverheid zal starten met een ‘meerjarig campagneprogramma om de digitale weerbaarheid van de Nederlandse burger te vergroten’. De eerste campagne van dit programma zal spoedig starten en is specifiek gericht op jongeren. Met deze campagne hoopt de overheid het handelingsperspectief van jongeren te vergroten om ‘onder andere berichten en advertenties tijdig te herkennen die te mooi zijn om waar te wezen’.
Deze campagne zou er ook voor moeten zorgen dat influencers zich minder snel zullen laten verleiden om reclame te maken voor dergelijke criminele activiteiten. De ministers laten echter weten dat het überhaupt verboden is om influencers te gebruiken om risicovol kansspelaanbod te promoten. Influencers vallen namelijk onder het verbod op het gebruik van rolmodellen dat sinds juni 2022 van kracht is.
Daarnaast is Weerwind van mening dat ook de sociale mediaplatformen een belangrijke rol hebben in het voorkomen van deze vormen van oplichting. Hij hoopt dat bedrijven zoals Meta, het moederbedrijf van Facebook