Hoogleraren van de Universiteit Leiden hebben kritiek geuit op het proces dat voorafging aan de nieuwe regels voor gokreclames in Nederland. Volgens de hoogleraren hebben gokbedrijven te veel invloed gehad bij het opstellen van de reclame-beperkingen. Dit heeft geleid tot onvrede bij de ChristenUnie en Volt.
Uit een artikel van NOS.nl blijkt dat vier gokbedrijven en drie brancheorganisaties tot het laatste moment mochten meepraten over de nieuwe reclameregels. Hierdoor hadden zij meer inspraak dan verslavingsdeskundigen. Slechts één kennisinstituut op het gebied van verslaving was ook betrokken bij de laatste ronde van gesprekken.
Volgens de NOS brachten de goksites en brancheorganisaties 41 punten in, waarvan het Ministerie van Justitie en Veiligheid er 17 overnam. Het kennisinstituut bracht 5 punten in, waarvan er uiteindelijk slechts 1 werd overgenomen.
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans en hoogleraar openbaar bestuur en maatschappelijke democratie Caelesta Braun, beide verbonden aan de Universiteit Leiden, zijn kritisch op dit proces. Voermans stelt dat er onvoldoende evenwicht is gevonden qua gesprekspartners, terwijl Braun aangeeft dat er sprake is geweest van een onbalans.
Ook Tony van Rooij van het Trimbos-instituut, een kennisinstituut op het gebied van verslaving, uit kritiek. Hij benadrukt dat kennisinstituten ondervertegenwoordigd zijn omdat zij geen budgetten hebben voor lobbyisten.
Het Ministerie van Justitie geeft aan dat de bescherming van de speler altijd centraal staat bij het opstellen van nieuwe regels. Het ministerie benadrukt dat de hoeveelheid input van een bepaalde partij niet noodzakelijk gelijk staat aan de invloed op de uiteindelijke besluitvorming.
Naar aanleiding van de kritiek op het proces van gokreclames, roept hoogleraar Voermans op tot de invoering van een lobbyregister. Hij wil dat duidelijk wordt welke partijen betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van wetten en regels en welke invloed zij hebben gehad. Nederland is al twee keer op de vingers getikt door de anti-corruptie waakhond van de Raad van Europa.
Hoewel er een motie is aangenomen die pleit voor een lobbyregister, heeft demissionair Minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken aangegeven deze motie niet uit te voeren vanwege het ontbreken van een sluitende definitie van wat een lobbyist is. Andere landen, zoals de Verenigde Staten, Engeland, Duitsland, Frankrijk en België, hebben wel een lobbyregister.
Het is nog niet bekend welke gokbedrijven precies betrokken waren bij het opstellen van de regels voor gokreclames. Holland Casino en Nederlandse Loterij (TOTO) worden genoemd, maar de andere twee gokbedrijven zijn nog niet bekend. De brancheverenigingen NOGA, VNLOK en VAN Kansspelen worden vermoedelijk ook genoemd.
De ChristenUnie en Volt hebben gereageerd op de kritiek. Mirjam Bikker van de ChristenUnie wil snel antwoord op de kamervragen die zij heeft gesteld, terwijl Laurens Dassen van Volt pleit voor een totaalverbod op gokreclames en opnieuw aandacht vraagt voor het lobbyregister dat hij heeft voorgesteld.
Het is duidelijk dat er onvrede is ontstaan over het proces dat voorafging aan de nieuwe regels voor gokreclames. Hoogleraren, verslavingsdeskundigen en politieke partijen uiten kritiek op de invloed van gokbedrijven en pleiten voor meer transparantie door middel van een lobbyregister. Het is afwachten of er gehoor wordt gegeven aan deze oproepen en of er